Van tijd tot tijd moet je je cv-radiatoren ontluchten. Want lucht in leidingen en radiatoren vermindert het warmte-rendement. Het zorgt vaak ook voor een vervelend getik en borrellende geluiden. In het filmpje laten we je zien hoe je dit klusje eenvoudig zelf kunt uitvoeren. Wil je liever stap voor stap lezen hoe je jouw cv-ketel ontlucht, kun je dat hier onder het filmpje verder lezen.
Het ontluchten van jouw cv-ketel is nodig wanneer de cv-installatie nieuw is, of wanneer deze net is bijgevuld. Nieuw ingestroomd water bevat altijd wat zuurstof, zodra het water wordt verwarmd stijgen de minuscule zuurstofdeeltjes op en vormen grotere luchtbellen. De lucht zorgt niet alleen voor een minder goede werking van de installatie, maar kan ook leiden tot vreemde geluiden.
Ook als de druk in de cv-installatie te laag is, kan er lucht in het leidingsstelsel komen. De automatische ontluchters verliezen dan namelijk hun afsluitende werking, waardoor er juist lucht in kan stromen.
Door de lucht uit jouw cv-installatie te laten ontsnappen, kan het cv-water weer vrij door de buizen stromen en warmte afgeven waar dat nodig is. Het rendement van de installatie wordt dus hoger, terwijl de stookkosten lager worden. Ook neemt de kans op storingen van de cv-ketel af.
Zorg voordat je gaat ontluchten dat de cv-installatie niet actief is. Zet de thermostaat uit, wacht een poos en zet dan pas de cv-ketel uit. Pak ondertussen een emmer, een doek of dweil en het nippeltje om het ontluchtingsventiel van de radiatoren mee te bedienen. Volg daarna de volgende stappen:
1. Draai alle radiatoren open;
2. Zet de thermostaat op een zo laag mogelijke temperatuur;
3. Wacht minimaal 10 minuten; de circulatiepomp kan nog bezig zijn;
4. Zet daarna de installatie uit (door de stekker van de CV ketel uit het stopcontact te halen). Wacht daarna nog even 15 minuten om alles af te laten koelen;
5. Draai daarna met een speciaal sleuteltje de ontluchtingsventieltjes, die zich op de radiatoren bevinden, open. Zodra er water uitkomt, is alle lucht eruit en kan het ventieltje gesloten worden. Gebruik een doek of meerdere doeken om het water op te vangen. Begin bij de radiatoren op de laagste verdieping en werk op deze manier naar boven;
6. Controleer de drukmeter of deze nog tussen de 1,5 en 2 bar staat. Staat de drukmeter onder de 1,5 bar, vul dan de cv-ketel bij;
7. Zet de cv-ketel weer aan door de stekker in het stopcontact te doen;
8. Draai de thermostaat naar de door u gewenste temperatuur;
9. Controleer of er nog voldoende druk op de cv-installatie staat (ofwel of er nog voldoende water in de cv-installatie aanwezig is).